Waar is jouw loopbaan begonnen?
Eigenlijk meteen na mijn studie bij Rijkswaterstaat, waar ik in 1994 als stagiair startte op de afdeling Wegontwerp. Ik moest tekeningen maken op de computer en heb toen zelfs een eigen viaduct ontworpen op mijn 22e (over de A4 in de Kniplaan bij de Vlietlanden). Ik had al snel in de gaten dat Rijkswaterstaat een veelzijdige organisatie was, waarbinnen ik kon groeien en dat heb ik dan ook gedaan. Ik ging aan de slag als ondersteuner bij projectbeheersing en ik ben vervolgens doorgegroeid tot manager projectbeheersing bij grote projecten, zoals de 2e Beneluxtunnel en de wegverbreding van de A4 van Leiden tot het Prins Clausplein.
En wanneer kwam bij jou omgevingsmanagment in beeld?
Bij het project A4 Burgerveen – Leiden was ik manager projectbeheersing, maar daar was er voor het eerst een nieuwe projectstructuur, waarbij ook de rol van omgevingsmanager naar voren kwam. Ik zag die baan en dacht meteen: dat vind ik eigenlijk wel leuk, dus dat ben ik op een gegeven moment gaan proberen en het bleek me inderdaad te liggen. Sinds 2003 ben ik actief als omgevingsmanager.
Wat maakt deze baan interessant?
Het mooie van deze functie is de veelzijdigheid ervan, je krijgt eigenlijk met alle aspecten van een project te maken. Zowel vooraf, maar ook tijdens de uitvoeringsfase en bij de afronding is er een belangrijke rol voor de omgevingsmanager en zijn team. Je bent zowel intern, als extern met heel veel verschillende partijen in gesprek om zaken vooraf goed af te stemmen en om lastige issues op te lossen als het een keer iets anders loopt dan gepland. Eigenlijk ben je olie in de machine van het project.
Kun je wat voorbeelden geven?
Voordat je kunt starten met bouwen, moet geregeld zijn dat er geen gekke dingen in de ondergrond zitten, bijvoorbeeld explosieven of archeologische objecten. Maar ook kabels en leidingen, waar lopen die? Dat moet je allemaal in kaart brengen en waar nodig moet je maatregelen treffen. Alles moet geregeld zijn qua vergunningen en de eisen voor de uitvoering van het project moeten duidelijk zijn en in het contract met de aannemer zitten. En vervolgens moet je zorgen dat je kunt blijven bouwen, door potentieel vertragende problemen met stakeholders op te lossen. Dus ben je tijdens de uitvoering - zoals gezegd -voortdurend bezig met al die omgevingspartijen, zoals de gemeentes, bewoners in de buurt van het project, de omliggende bedrijven, de waterschappen etcetera. En wat ook speelt is dat de wet- en regelgeving in de loop van een project kan veranderen, dus flexibiliteit, creativiteit en stressbestendigheid is wel noodzakelijk in dit werk.
En als dingen anders lopen dan gepland?
Dan is het zaak om oplossingen te bedenken en de omgeving daarin mee te nemen ofwel toestemming hiervoor te krijgen. Maar je kan bij een bouwproject nooit alle overlast wegnemen. Midden in de coronatijd hebben we bijvoorbeeld een jaar lang bij de Hollandtunnel van 7 uur ’s ochtends tot 7 uur ’s avonds damwanden lopen intrillen en toen gaf een aantal bewoners uit de omgeving aan dat ze echt helemaal gek werden. Het lastige is dat het werk toch moet gebeuren, dus je probeert contact te houden met de omwonenden en waar nodig een keer een hotel aan te bieden of waar mogelijk te wijzen op de regeling voor nadeelcompensatie.
Waar kijk je met plezier op terug?
Wat meteen in mijn hoofd springt is de grote actie die we hebben gehouden in de Zuidbuurt, de weg die door de polder van Vlaardingen naar Maassluis loopt, die onverwacht 10 weken moest worden afgesloten vanwege vertraging door Covid. Heel vervelend voor alle bedrijven langs de Zuidbuurt, die minder goed bereikbaar waren tijdens die afsluiting. We hebben toen samen met onze proactieve aannemer BAAK een plan bedacht om de bekendheid van die bedrijven te vergroten via een soort promotiecampagne. Achteraf kregen we te horen dat ze de samenwerking als heel positief hebben ervaren en kregen wij (en BAAK) complimenten voor onze communicatie aanpak; daar ben ik best trots op.