Maar met zijn veelzijdige carrière bracht Dirk een schat aan ervaring en toewijding met zich mee naar dit uitdagende project en voelt hij zich prima op zijn plek.
Hoe ben je in dit werk verzeild geraakt?
Langs flink wat omwegen! Ik was ooit werkzaam in de bloemisterij, ben vervolgens opgeleid als bakker, slager en kok (van die laatste heb ik nog steeds profijt trouwens), maar heb uiteindelijk nooit in de horeca-branche gewerkt. Ik kon namelijk in de kassenbouw aan de slag en dat heeft me de halve wereld rondgebracht, zelfs tot in Irak. Daar kreeg ik echter heimwee naar mijn meisje en eenmaal terug in Nederland kwam ik in de bouwwereld terecht. Na enkele jaren werken als uitvoerder en later als bedrijfsleider, kwam de klad in de bouw en stond ik op straat. Mijn broer had een veiligheidsbureautje en zei dat ik me daarin moest verdiepen. Zo gezegd, zo gedaan, stage gelopen, diploma gehaald en inmiddels ben ik alweer veertien jaar actief als veiligheidskundige. Ik heb diverse projecten bij DEME gedaan en toen kwam de Blankenburgverbinding voorbij. Aanvankelijk bij de Hollandtunnel en nu op knooppunt Rozenburg.
Hoe kijk je aan tegen veiligheid?
Ik behoed mensen voor onveilige situaties. Veiligheid is ontzettend belangrijk en toch worden veiligheidsprofessionals vaak over het hoofd gezien. Ik ben voor een proactieve benadering en verzamel daarom actief informatie en kennis van de uitvoering en werkvoorbereiding. Ook zit ik altijd bij de ochtendvergaderingen om te kijken of alles lukt. Ik wil de zaak altijd een stapje voor zijn. Klopt het en doen we wat we beloven? Dan loop je niet achter de feiten aan.
Wat zijn de grootste uitdagingen bij de bouw van de Blankenburgverbinding?
Het klinkt natuurlijk als een open deur, maar de grootste uitdaging bij de bouw van dit project is het behouden van een incidentvrije werkomgeving. En dat in de enorme complexiteit van het werken met verschillende disciplines en nationaliteiten op een postzegel: heiers, ijzervlechters, timmerlieden, betonwerkers, uit diverse landen zoals Nederland, Portugal, België en Polen, allemaal door elkaar heen op een relatief kleine werklocatie.
Hoe pak je dat aan?
Je houdt er rekening mee dat bouwers van verschillende nationaliteiten allemaal een andere standaard van veiligheid gewend zijn dan wij verwachten. Dus het gaat erom om er in het begin heel veel energie in te stoppen, daar pluk je later de vruchten van. En op de werkvloer moet je constant coachen en blijven hameren op aandacht voor veiligheid. Mensen komen wel eens naar me toe bij een potentieel onveilige situatie met de vraag: “Ú ben toch van de veiligheid?” Dan zeg ik gelijk: “maar jij ook!” En dan komen ze met hun verhaal en lossen we het samen op.
Waar ben je tevreden over?
Ik ben echt te spreken over de stijging van het niveau van veiligheid. Dat komt mede door de relatie die je opbouwt met de mensen buiten, want het gaat uiteindelijk om vertrouwen in elkaar. Mijn motto voor veiligheid is eenvoudig maar krachtig: "’s Avonds gezond naar huis, maar zorg ook dat je van je oude dag kunt genieten."