Wat is jullie taak?
“Het Havenbedrijf waarborgt de belangen van de haven, dat betekent dat wij zorgen voor veiligheid en vlotheid van de doorgaande scheepvaart. Bij de aanleg van de Maasdeltatunnel is ons streven om de hinder voor de scheepvaart zoveel mogelijk te beperken door al onze ‘klanten’ zo goed en tijdig mogelijk op de hoogte te brengen van stremmingen door de werkzaamheden.”
Maken jullie dit soort operaties vaker mee en hoe bereid je je erop voor als havenbedrijf?
“Dit soort projecten komt relatief weinig voor, dus is het voor ons vooral veel uitzoeken. Maar we hebben wel nuttige informatie kunnen terugvinden over de aanleg van de Benelux- en de Thomassentunnel. Dat waren vergelijkbare situaties. We hebben elke twee weken overleg met aannemer BAAK, waarin we de verschillende uitvoeringsfases bespreken. Ook bespreken we hoe we de informatie daaruit naar de stakeholders in de haven communiceren. Daarnaast bekijken we welke risico’s er zijn rond het afzinken en hoe we die zoveel mogelijk kunnen beperken.”
Marinus (links) en Peter (rechts) op de bouwplaats van de tunneldelen in Rozenburg
Wie maken er gebruik van de haven?
“Er zijn veel verschillende partijen actief in de haven: rederijen, terminals, nautisch dienstverleners, kapiteins, agentschappen, brancheorganisaties (bijvoorbeeld de binnenvaart) enzovoorts. We houden hen op de hoogte via onze zogenoemde ‘Berichten aan de Scheepvaart (BAS)’ en directe berichten: Port Information Notices. Verder mailen we naar agentschappen en terminals en publiceren we hierover in scheepvaart gerelateerde media.”
En hoe reageren zij op de aanstaande stremmingen?
“Klanten reageren over het algemeen begripvol. De tunnel is belangrijk voor de bereikbaarheid van de haven, dat zien onze klanten ook. Daarnaast zijn de stremmingen een half jaar van tevoren afgekondigd. Iedereen kan er dus rekening mee houden.”
Wanneer zijn jullie tevreden?
“Als het afzinken en de fase daarna zonder incidenten verloopt; binnen de afgesproken tijd en met minimale hinder voor de haven. En uiteraard dat de tunnelelementen succesvol worden geplaatst.”